Aangezien de maaibalk een tegenwicht creëert, moeten we ook de lastoverdracht berekenen. Hiervoor moeten we eerst de waarde van het tegenwicht kennen.
Om het tegenwicht te berekenen, moeten we het bevestigingspunt van het plukwerktuig in beschouwing nemen en het zwaartepunt van het werktuig bepalen. We nemen het punt dat zich 1 meter vóór het bevestigingspunt bevindt ter referentie en meten hierna de afstand tussen dit punt en het midden van de voorste naaf.
In ons voorbeeld gaat het hier om een afwijking van 3,05 meter.
Daarnaast dient u ook te weten hoeveel de wielbasis bedraagt (de afstand tussen het midden van de achterste naaf en het midden van de voorste naaf). Dit vindt u meestal terug in de technische documentatie, maar kan ook makkelijk worden opgemeten.
In ons voorbeeld bedraagt de wielbasis 3,55 meter.
De coëfficiënt van de belastingsafwijking kan als volgt worden berekend: De afstand tussen het zwaartepunt en het middelpunt van de voorste naaf, gedeeld door de wielbasis.
In ons voorbeeld: 3,05 meter / 3,55 meter = een belastingsafwijking van 0,86.
Deze coëfficiënt wordt gebruikt om het bijkomstige gewicht op de vooras te bepalen.
Nu moeten we het gewicht van het werktuig vooraan vermenigvuldigen met deze coëfficiënt:
In ons voorbeeld: 3550 kg x 0,86 = 3053 kg (afgerond naar 3050 kg). Dat wil zeggen dat de lastoverdracht 3050 kg bedraagt.
